Viewing page 36 of 83

This transcription has been completed. Contact us with corrections.

[[label]]
NRC Handelsblad
Oplage: 241.900
Regio: landeijk
Frequentie: dagelijks
Datum: 20/01/93

[[2 images]]

Pionier van de 'beat generation' Wallace Berman in het ICA in Amsterdam.

Van grap naar strenge visuele signalen

Tentoonstelling: Wallace Berman, Support the Revolution. Institute of Contemporary Art, Amsterdam, t/m 7 febr.

Door HENK VAN GELDER
Wallace Berman had zign hele leven lang, als hij had gewild, een vakbekwaam illustrator kunnen zijn. Op de bovenste verdieping van het eind van de tentoonstelling Support the Revolution, hangen de prenten die voor hem het begin vormden: fijnzinnig getekende portretten van jazz-musici met associatief symbolische toevoegingen om hun hoofd. De opzet is een beetje te vergelijken met de politici die Siegfried Woldhekeen paar jaar geleden portretteerde in het Zaterdags Bijvoegsel. 

Maar hij wilde niet. Wallace Berman (1926-1976) liet de ambachtelijkheid achter zich en werd een kunstenaar die in de jaren vijftig al begon de ikonen van de jaren zestig in beeld te brengen. Hij was een pionier op de gebieden die pas later tot wasdom kwamen: pop art, mail art, photocopy art, underground press. De beste was hij niet, wel vaak de eerste. Hij functioneerde voorts als inspirator en intermediair, met als gevolg dat zign gezicht is vereeuwigd op de beroemde hoes van Sgt. Pepper's Lonely Hearts Club Band, tussen Tony Curtis en Marilyn Monroe. 

Op de expositie, samengesteld door het ICA en pas volgend jaar te zien in de Verenigde Staten, herrijst via krabbeltjes, foto's, kaarten, affiches, brieven, pamfletjes uit de drukdoos en collages de artistieke vriendenerkring die zich de beat generation noemde. De collagetechniek die uiteindelijk Bermans belangrijkste expressiemiddel zou worden, begon met grapjes die nu vooral een kinderachtige indruk maken: een bestaande portretfoto van een captain of industry, poserend met een ingelijste kiek van zijn gezin, of een foto uit de krant van een leslokaal met een projectiedoek aan de muur - en dan platke hij in die lijst of op dat doek een pin up-foto. Ook een verkiezingspamfletje voor Richard Nixon werd opgesierd met een hoerig fotootje uit een blaadje met blote vrou-wen.   

Pas de introductie van de eeste fotokopieerapparaten, waarvan men de natte kopieën eerst te drogen moest hangen, bracht Wallace Berman tot zijn eigen karakteristieke oeuvre. Hij knipte ergens een foto uit van een transistorradiootje in de palm van een hand en kopieerde die tot in het oneindige, om in de zwarte vierhoek van dat radiootje teljens een ander plaatje te plakken. Daaruit stelde hij panelen samen met steeds weer die hand en steeds daarin iets anders - een slang, een boeddhaatje, een wulpse paddestoel, een copulerend paar, een oor, een ruimtevaarder of een kerkgebouw. Vaak zette hij er ook nog een paar niet te duiden Hebreeuwse tekens op, zoals hij die ook op doosjes, papierflarden en stenen zette. Over die tekens is veel gefilosofeerd, maar niemand heeft nog kunnen vaststellen of ze iets betekenen. 

De panelen aan de muren van het ICA vormen een strenge reeks visuele signalen. Soms zign het twintig handjes-met-radio op één paneel, soms zelfs 56 - een soort zappen avant la lettre. Om de uiterlijke monotonie te doorbreken platke Berman af en toe niet de kopieën op, maar de negatieven daarvan (want die eerste fotokopieerapparaten produceerden ook het negatief van elke afbleeding). Ze vergeelden snel; dat geeft de panelen een effect van tijdloosheid. 

Met mate verwerkte Berman in zijn werk bekende visualia uit de jaren zestig, zoals de rechtstreeks per televisie uitgezonden aanslag op Lee Harvey Oswald, maar meestal gaf hij zign statement vorm in de botsing tussen Amerikaanse burgermansbeelden en vieze plaatjes. Misschien was hij niet speels, niet gehaaid, niet luidruchtig genoeg om daarmee een blijvende reputatie als representtant van de opstandige generatie op te bouwen. Misschien hield hij te lang vast aan die ene starre vorm. Maar als tijdsbeeld doet de aan hem gewijde tentoonstelling niet onder voor exposities over bekender kundstenaars uit die pe-riode. 

[[image]]
Unitled, 1975, detail (85 x 77.5cm)