Viewing page 41 of 83

This transcription has been completed. Contact us with corrections.

Regio : landelank
Frequentie: dagelijks
Datum : 28/12/92
Cultfiguur van de beat-generation

door PIETJE TEGENBOSCH

'Wallace Berman. Support the revolution', zo heet het boek dat bij de overzichtstentoonstelling van werken van de Joods-Amerikaanse    kunstenaar. Wallace Berman (1926-'76) door het Institute for Contemporary Art (ICA) in Amsterdam is uitgegeven. Een mooi boek met een titel die strijdbaar klinkt. Een titel ldie, indirect ontleend aan Berman zelf, bodoeld blijkt als een oproep tot erkenning van een hoofdstuk uit de (kunst)geschiedenis dat hier in Europa min of meer over het hoofd is gezien. 

De beat-generation. Het heeft iets exotisch, net als flower power, waarschijnlijk omdat die beweging voor mijn generatie in feite al verleden tijd was, toen we voor het eerst over figuren als de dichters/schrijvers Jack Kerouac, Allen Ginsburg of William S. Burroughs hoorden. 

De beat-movement was een typisch Amerikaans verschijnesel aan het eind van de jaren vijftig en begin jaren zestig met haar eigen oosten westkust varianten, en haar eigen navolgers in de vorm van de gangs van beatniks en hipsters, overigens niet te verwarren met de oorspronkelijke beats, die op het modieuze navolgen van hun stijl van leven met minachting neerkeken. 

De beats bezochten de jazzclubs waar jongens als Miles Davis, Thelonious MOnk en Charlie Parker  speelden. De bebop en de cool jazz vormden het decor voor de west-coast beats, waar de beats uit New York zich in hun walging over de moderne welvaartsmaatschappij overgaven aan drank en drugs. 

De rol van de nogal geïsoleerd levende Berman in de Californische beat-movement was die van intermediair. In de wereld van de drop-outs, die hun creatieve activiteiten in dienst wilden stellen van een strijd tegen het conservatieve, burgerlijke, op fatsoen en moraal gerichte Amerika, dat zich midden in de Koude Oorlog bevond, was Berman vooral een

[[Image]]
Verifax collage (1964) van Berman


ijkpunt omdat híj de contacten et vele geestverwanten onderhield. 

En dat meerstal via de post. Op de tentoonstelling zijn veel voorbeelden van briefjes en kaarten, met tekst en tekeningetjes en foto's die Berman aan zijn vrienden verstuurde. 

Mail-art
Met zijn tijdschrift Semina, een losbladig systeem en een mix van handgemaakte en machinaal gedrukte delen, was Berman zelfs een van de voorlopers van de mail-art. Je kon je niet abonneren, je kon alleen maar afwachten of je het misschien toegestuurd kreeg. De vitrines met nummers van Semina laten een fascinerend tijdbeeld zien. 

Samren met kunstenaars als Edward Kienholz en Bruce Conner ontwikkelde Berman een heuse 'beat-esthetiek' in de vorm van de assemblage. Berman wilde met zijn anti-kunst een nieuw begin maken. Het ging hem dan ook niet om de verschillende technieken of de uiteindelijke artistieke resultaten, het ging hem vooral om het feit dat er werken gemaakt werden die een indeënwereld weerspiegelden en die een energie moesten genereren die zou helpen de vriheid te ontdekkenwaar ieder individu behoefte aan heeft: 'Support the revolution' was dan ook zíjn kreet. Mystiek en spiritualteit waren voor Berman, die een van de eerste Engelse vertalingen van teksten van de Duiste schrijver Herman Hesse maakte grote inspiratiebronnen in zijn leven.

De tentoonstelling van het beeldend werk van Berman valt, als je haar puur op de visuele kwaliteiten beoordeelt, ronduit tegen. Er zijn verschillene series werken. Er zijn vroege portret-tekeningen van jazzmusici met een surrealistische sfeer. Dan is er een serie inkt-tekeningen van hebreeuwse letters op speciaal geprepareerd paper, de zogenoemde 'perkament-serie'. De derde serie bestaat uit multi-media-sculpturen, de assemblages; de vierde uit met Hebreeuwse letters beschilderde stenen die soms met ketting aan een sokkel zijn verankerd of in een doos verpakt zitten. En de laatste serie bestaat uit de Verifax-collages, gemaakt met behulp van een speciaal soort kopieermachine waarmee positieve en negatieve afdrukken kunnen worden gemaakt.

Inderdaad sijn in de verschillende series de experimenteerlusten de typische mentaliteit van Berman terug vinden, maar dat Blijkt lang niet altijd voldoende voor visueel spannende resultaten.

De Verifax-collages maken het merendeel van de tentoonstelling uit. Het zijn werken van verschillen formaat (hoewel altjid nog klein), maar vaak gemaakt vanuit hetzelfde basis-principe: een rechthoekig beeld van een hand die een transistor-radiootje te grootte van een pakje sigaretten vasthoudt. Op de plaats waar normaal de luispreker zit heeft Berman een afbeelding geprojecteerd van een beelt uit de alledaagse werkelijkheid, dat kan vanriëren van een vrouwelijk naakt tot een kruis ofeen hangslot met sleuteltjes. Het basis-beeld van de hand wordt steeds herhaald in rasters van bij voorbeeld vijf maal vijf 'handed'.

Poëtisch

De collages zijn over het algemeen in zwart-wit en verraden iets van de invloed van Duchamp en zijn ready-made, maar ook van de pop-art van Rauschenberg en Warhol. De strenge serialiteit die de steeds wisselende voorstelling overheerst, geeft het werk wel een eigen poëtische kwaliteit maar het mist het lement van extremiteit dat het werk van bijvoorbeeld Rauschenberg typeert.

'Poëtisch' is ook het woord dat opkomt bij het zien van de bladen met de Hebreeuwse letters of de kistjes met beschilderde stenen. De combinatie van de tekens houdt geen boodschap of zelfs tekst in. Net als in zijn collages geldt ook hier het principe van de assemblage: Berman kiest elementen uit de werkelijkheid en plaatst die naast elkaar op basis van associatie.

Al zijn ze soms oogstrelend mooi, of boeiend als bewijzen van een tijd, de werken van Berman ontberen vaak een kern die ze visueel interssanter zou maken. Ze verliezen het van de geschiedenis. In de presentatie van het ICA wordt weerspiegeld dat Berman vooral als cult-figuur interessant is.

Wallace Berman, ICA, Nieuwe Spiegelstraat 10, Amdsterdam. Tot 8 februari.